Ga naar content

Defusie: zo neem je afstand van negatieve gedachten

  • Leidinggeven
  • Leestijd: 11 min

Marielle Rumph LinkedIn profiel

Opleider

defusie

Soms is je hoofd je slechtste gezelschap. Zeuren, twijfelen, oordelen en jij zit erbij alsof je geen keus hebt.

“Ik ben niet goed genoeg.”
“Straks val ik door de mand.”
“Dit moet perfect.”

En voor je het weet, geloof je die onzin. Maar wat als je leert om je gedachten te zien voor wat ze zijn: gewoon gedachten. Geen feiten. Geen opdrachten. Dat is defusie.

In deze blog lees je wat defusie is, waarom het werkt en hoe je het toepast. Je krijgt vijf praktische defusie-oefeningen, leert wanneer je ze inzet én hoe je dit als coach gebruikt in je gesprekken.

Voor iedereen die vastloopt in zijn hoofd en daar nu eens uit wil stappen.

Wat is defusie?

Defusie betekent: stoppen met geloven dat je gedachten de waarheid zijn.

Klinkt simpel, maar we doen het de hele dag. Je denkt iets als “Ik bak er niks van” of “Ze moeten me aardig vinden” en hop, je zit erin. Vastgeklonken aan die gedachte, alsof het een feit is. Dat heet cognitieve fusie.

Bij defusie doe je het tegenovergestelde. Je leert naar je gedachten te kijken zonder je ermee te identificeren. Alsof je op een afstandje meekijkt naar wat er door je hoofd raast, zonder er meteen iets mee te moeten.

De term komt uit ACT (Acceptance and Commitment Therapy). Daar draait het om bewust handelen. Defusie helpt je om ruimte te maken tussen denken en doen. Een manier om je niet meer te laten leiden door je gedachten, zodat je zelf kunt kiezen wat je met een gedachte doet.

Waarom defusie werkt

Gedachten kunnen dwingend zijn. Eén negatieve gedachte: “Ik ben niet goed genoeg” en voor je het weet, ben je aan het pleasen, uitstellen of jezelf saboteren. Niet omdat het waar is, maar omdat je het gelóóft.

Defusie helpt je om dat patroon te doorbreken. Niet door je gedachten weg te duwen, maar door ze te bekijken met wat afstand. Denken wordt dan iets wat gebeurt, niet iets wat je bent. En dat geeft lucht.

Wetenschappelijk onderzoek binnen ACT laat zien dat defusie-oefeningen effectief zijn bij stress, angst en depressieve klachten. Mensen voelen zich vrijer, zijn flexibeler en maken keuzes die beter bij henzelf passen.

Anders gezegd: defusie geeft je regie. Je hoeft niet langer alles te volgen wat je hoofd roept. Je ziet het, je erkent het en je bepaalt zélf wat je ermee doet.

5 praktische defusie-oefeningen

Defusie leer je door het toe te passen. Hieronder vind je vijf simpele, effectieve defusie-oefeningen die je helpen om afstand te nemen van je gedachten. Je kunt ze zelf doen of inzetten in coaching. 

1. De “ik heb de gedachte dat…”-techniek

Soms geloof je je eigen gedachten blind. “Ik ben een slechte moeder.” “Ze vinden me niet goed genoeg.” En voor je het weet, zit je erin vast. Deze techniek helpt je om daaruit te stappen. Je plakt simpelweg de zin “Ik heb de gedachte dat…” voor je gedachte. Dus: “Ik heb de gedachte dat ik een slechte moeder ben.” Dat ene zinnetje creëert afstand. Je bent het niet, je denkt het. En als je dat ziet, heb je weer iets te kiezen.

2. Gedachten als liedje zingen

Heb je een hardnekkige negatieve gedachte? Zing hem. Serieus. Neem de zin “Ik ga dit nooit kunnen” en zing hem op de melodie van Vader Jacob, Happy Birthday of Barbie Girl: hoe gênanter, hoe beter. Door het te zingen haal je de lading eruit. Je brein denkt: hé, dit is absurd. En dat klopt. Want die gedachte is maar een gedachte. Niet de waarheid. Niet wie jij bent. Gewoon een zinnetje dat toevallig door je hoofd ging. Next.

3. De observerende zelf

Sluit je ogen en stel je voor dat je je gedachten voorbij ziet komen op een scherm. Jij zit in de bioscoopstoel. Je bent niet je gedachten, je observeert ze. Deze oefening helpt je om de rol van toeschouwer in te nemen. Niet mee in het verhaal, maar bewust van het verhaal. Je traint het vermogen om jezelf los te koppelen van je binnenwereld. Supernuttig voor mensen die zich snel laten meeslepen of alles willen oplossen. Soms hoef je alleen maar te kijken.

4. Gedachten op wolkjes

Ga even zitten. Sluit je ogen. Stel je voor dat je op een grasveld ligt en naar de lucht kijkt. Elke gedachte die opkomt, leg je op een wolkje.

“Ik moet harder mijn best doen” → wolkje.
“Wat als ik faal?” → wolkje.

Je hoeft niets te doen. Je kijkt hoe de wolk voorbij drijft. Deze visualisatie helpt je om niet te vechten tegen je gedachten, maar ze te laten komen en gaan. Zonder oordeel. Zonder actie. Alleen bewustzijn.

5. “Dankjewel, gedachte”

Deze is briljant in z’n eenvoud. Komt er een vervelende gedachte langs? Zeg: “Dankjewel, gedachte.” Niet cynisch, maar vriendelijk. Alsof je een overijverige assistent bedankt. “Dankjewel, dat je me weer waarschuwt voor complete mislukking.” Door dit te doen, stap je uit de inhoud van de gedachte. Je herkent: oh ja, daar is dat stemmetje weer. Je hoeft het niet te geloven. Je hoeft het niet weg te duwen. Je ziet het, benoemt het en gaat verder.

Wanneer defusie toepassen?

Defusie is vooral nuttig op momenten waarop je wordt meegesleept door je gedachten. Dus niet als je lekker zen bent, maar juist als je getriggerd raakt. Op dat moment moet je de theorie in de praktijk kunnen brengen. 

Stel dat je superdruk bent en je schoonmoeder merkt iets op over je opvoeding. Alles wat ze zegt, hoor je dan als kritiek. “Oh, krijgen de kinderen geen aardappels, groenten, vlees?” BAM. Jouw brein: “Ik ben een slechte moeder”

In werkelijkheid stelt ze je gewoon een vraag. Maar je voelt je aangesproken, geïrriteerd, tekortschietend. Dat is dus zo’n moment waarop defusie goud waard is. Of het nou gaat om piekeren, faalangst, pleasegedrag of doemdenken: zodra je merkt dat je stemming daalt of je gedrag verandert door wat je denkt, is het tijd.

Een praktische tip: koppel defusie aan een trigger. Bijvoorbeeld elke keer als je merkt dat je moet van jezelf (“Ik moet dit perfect doen”), of als je lichaam reageert (spanning in je borst, onrust in je hoofd).

Hoe eerder je het herkent, hoe sneller je los kunt komen van de gedachten die je klemzetten.

Defusie in coaching

Voor coaches is defusie een krachtig hulpmiddel. Want veel coachees zitten niet vast in de realiteit, maar in hun gedachten erover.

“Ik mag geen fouten maken.”
“Ze vinden me niet goed genoeg.”
“Ik moet alles onder controle hebben.”

Als coach help je niet door het inhoudelijk gesprek aan te gaan met die gedachte, maar door je coachee te laten zien: dit is een gedachte, geen feit. Dat is wat defusie doet. Het maakt de greep van gedachten los, zonder ze weg te drukken of op te lossen.

Binnen coaching is defusie effectief bij stress, perfectionisme, faalangst, onzekerheid en keuzestress. Je coachee leert ruimte maken tussen trigger en reactie. En dat leidt tot ander gedrag zonder innerlijke strijd.

En het mooie: het is direct toepasbaar. In een gesprek. Thuis. Op het werk. Je coachee krijgt geen theorie mee naar huis, maar een concrete manier om met zichzelf om te gaan.

Veelgemaakte fouten bij defusie

Defusie is simpel, maar niet altijd makkelijk. Dit zijn drie valkuilen die we vaak zien:

  1. Je wilt van de gedachte af – Dan ben je bezig met vermijden, geen defusie. Doel is niet dat de gedachte verdwijnt, maar dat je er anders mee omgaat.
  2. Je doet het te laat – Als je al volledig opgeslokt bent, ben je vaak te laat. Train jezelf om signalen eerder te herkennen.
  3. Je verwacht direct resultaat – Defusie is een vaardigheid. Geen trucje. Oefenen, herhalen en toepassen maakt het krachtig.

Leer defusie-technieken bij NONONS

Wil je defusie niet alleen snappen, maar ook echt toepassen in je coaching? Bij NONONS leer je hoe. In de Coach Intensive opleiding maak je kennis met defusie als onderdeel van de basis van het coachvak. In de Coach Expert opleiding ga je ermee aan de slag op een dieper niveau, vooral in combinatie met ACT.

Geen droge theorie, maar oefenen in de praktijk. Je leert hoe je coachees helpt om los te komen van belemmerende gedachten en weer regie te nemen over hun gedrag.

Ontdek de Coach Expert opleiding

Veelgestelde vragen over defusie

Wat is het verschil tussen defusie en positief denken?
Bij positief denken probeer je een gedachte om te buigen. Bij defusie kijk je ernaar zónder erin mee te gaan. Het hoeft niet anders, maar jij gaat er anders mee om.

Is defusie moeilijk?
Nee, maar het vraagt oefening. De technieken zijn simpel, maar je brein is gewend aan fusie. Hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het wordt.

Hoe lang duurt het voor defusie werkt?
Soms merk je direct verschil. Soms pas later. Het is geen quick fix, maar een vaardigheid die je steeds sterker maakt.

Werkt defusie altijd?
Nee. Als je overspoeld wordt of getraumatiseerd bent, is meer nodig. Maar in het dagelijks leven werkt defusie verrassend vaak en goed.

Kan ik dit zelf leren of heb ik begeleiding nodig?
Je kunt er zelf mee beginnen, zeker met de oefeningen uit deze blog. Maar in coaching (geven of krijgen) gaat het dieper en dat maakt het effect blijvend.

Conclusie: defusie als mentale vrijheid

Gedachten zijn er altijd. Maar je hóeft ze niet te volgen. Met defusie leer je om ze te zien voor wat ze zijn: verhalen in je hoofd. Geen feiten. Geen opdrachten.

Je creëert ruimte tussen denken en doen en dat is waar mentale vrijheid ontstaat. Je maakt keuzes op basis van wat echt belangrijk is, in plaats van op basis van wat je brein je voorhoudt.

Wil je dit vak onder de knie krijgen?

Ontdek de Coach Expert opleiding